Geachte heer, mevrouw,
Ik reageer op uw artikel in de nieuwsbrief van 3 November j.l.
Vrijstelling wordt niet in alle gevallen toegekend. Door de Sociale Verzekerings Bank (SVB) zijn veel mensen lekker gemaakt maar kloppen doet het niet.
Een beschikking of toekenning hangt af van het land waar iemand woont en de afspraken die er zijn gemaakt m.b.t de fiscaal afhandeling van pensioen en Sociale Verzekerings uitkeringen zoals de AOW.
De Filipijnen is een verdragsland en in dat verdrag staat onomstotelijk vast, dat loonbelasting op sociale verzekeringsuitkeringen, waaronder AOW, aan het bronland wordt toegewezen.
Fijn zo‘n brief van de SVB maar voor ons levert het niets op. Filipijnen is een van de vele landen waar dit soort afspraken zijn gemaakt. Veel Nederlanders in het buitenland en niet alleen hier in de Filipijnen, vissen wederom naast het net.
Om veel mensen niet blij te maken met een dode mus zou de SVB dit nadrukkelijk moeten vermelden. Veel mensen zullen nu in blijde verwachting veel werk verrichten om hun aanvraag rond te krijgen, waarbij in veel gevallen de beschikking negatief zal uitpakken.
Ook zijn wij verstoken van de heffingskortingen omdat wij nu niet kwalificerende buitenlands belastingplichtigen zijn.
Wel belasting afdragen maar fiscale faciliteiten worden ons ontnomen. Ik noem dit discriminatoir.
Ik heb een aantal van mijn vakkennissen (fiscalisten) hierover benaderd. Men noemt dit discriminatie …en terecht, echter de overheid ziet dit als geoorloofde discriminatie.
Ik breng dit onder uw aandacht omdat ook ik begaan ben met het lot van mijn medelanders in den vreemde.
Ben het eens met de stelling, dat het discriminatie is. Er wordt zomaar ineens belasting geïnd (via de loonheffingvrijstelling af te schaffen). bij de Nederlandse AOW-trekkers in het buitenland. Daar staat niets tegenover, b.v. het paspoort voor Nederlanders in het buitenland blijft toch duurder dan voor de Nederlanders wonend in het buitenland. En dan die losse flodder van D’66-staatssecretaris Snel, die over de belastingen gaat, van eind vorig jaar dat deze inkomensderving wel weer verrekend zal worden. Niks van waar! Hier is echt sprake van ongelijkheid en dat is dus DISCRIMINATIE !!!!!!!!!!!!
Hoe staat het met pensioen verkregen uit arbeid. Is bruto in Nederland netto op de filipijnen
Dag,
Er lopen 2 discriminerende kwesties door elkaar. Het is raar dat de kleinere alle aandacht krijgt en de eerste nauwelijk, terwijl daar het onrecht veel groter is.
1.
De plotselinge loonheffing door de SVB raakt velen, maar velen ook alleen maar tijdelijk. Omdat de extra ingehouden belasting wordt verrekend als je een aanslag krijgt voor de inkomstenbelasting. Die valt lager uit als er al meer is ingehouden.
2.
Naar schatting 13.000 (!) Nederlanders buiten de EU betalen sinds 2015 € 2000-3000 per jaar meer omdat ze niet meer (kunnen) kwalificeren als binnenlands belastingplichtige en daardoor onder meer (en met name) de Algemene Heffingskorting vervalt. Twee keer zelfs als je gehuwd bent met een partner zonder inkomen: dan verspeel je die AHK twee keer. Technisch maar wezenlijk.
Voor deze krankzinnige discriminatie is geen enkele rechtvaardiging. Ik heb in 4 jaar 4 uitvoerige brieven geschreven aan alle fractievoorzitters en – specialisten en alleen van VVD en D66 een kluitjeinhetrietantwoord gekregen. Ook van financieel journalisten (o.m. Martin Visser DeT.) geen antwoord op de vraag: Waarom? Als draagkrachtvhet basisbeginsel van de belastingheffung is, waarom geldt dat beginsel dan hier ineens niet meer?
Is er ooit één belastingmaatregel genomen die ongemotiveerd één beperkte en willekeurige groep belastingplichtigen zo zwaar treft? Ik ken er geen. Ook nog: in één keer en zonder geleidelijke invoering en/of handhaving van verworven rechten voor bestaande gevallen.
Als dit brildragers uit Breda, drogisten uit Dordrecht of goochelaars of Gorinchem zou overkomen, zou de bizarre maatregel allang zijn gladgestreken.
Nu het oninteressante zwakke kiesgerechtigden in Verweggistan betreft gaat de politiek ongestraft zijn gang. Geen uitleg, geen antwoord. Betalen zul je!
Is er wat aan te doen? Misschien met fiscaal juristen, Ombudsman en belastingrechter? Wie kan de krachten bundelen? Ik niet, ben te moegestreden…
Belastingplichtigen binnen de EU zouden aanvankelijk ook moeten bloeden. Maar Europees recht heeft dat voorkomen. Wereldwijd bestaat die bescherming niet.
Wie weet raad?
Wim van Kuijk, Yogyakarta, Indonesië
Ik begrijp er niets van ik ben geëmigreerd met pensioen ook in Indonesië en ik hoef hier geen inkomstenbelasting te betalen? Maar ik val met mijn pensioen in Nederland onder de 9.35℅ dus meer betaal ik niet! Ik heb de Nederlandse belasting dienst gebeld, maar die zeggen u moet in Indonesië belasting betalen? Maar bij mijn aanvraag kitas is daar nooit over gesproken, sterker nog ik mag beslist niet werken of erm bedrijf beginnen, nu dat wil ik ook niet.
Neemt u eens contact op met de VBNGB, misschien kunnen zij u adviseren.
Ad 1. Of de ingehouden belasting met de aanslag wordt terugbetaald hangt van het betreffende belastingverdrag af. Belangrijk is welk land het heffingsrecht toegewezen heeft gekregen.
Ad 2: Voor de landen buiten de “landenkring” heeft inderdaad in 2015 een merkwaardige omslag plaatsgevonden. Bij de herziening van de belastingen in 2001 heeft de overheid, juist met het oogmerk Nederlands belastingplichtigen in typische (r)emigratielanden te ontzien, wereldwijd belastingvoordelen toegekend (via de keuze behandeling als binnenlands belastingplichtige). Deze gedachte is, zonder dat daar een andere aanleiding voor was dan winst voor de Staat der Nederlanden, in 2015 losgelaten.
Het is niet juist dat inwoners van de EU allen worden ontzien. Indien minder dan 90% van het inkomen in Nederland belastbaar is, wordt niet gekwalificeerd. Bij gepensioneerden is dat al snel het geval. Als de AOW in een ander land belast is dan het aanvullend pensioen is kwalificeren doorgaans onmogelijk. Van de naar schatting 470.000 buitenlands belastingplichtigen kwalificeren er slechts circa 120.000.
De heffingskorting is in 2001 ontstaan als vervanger van de heffingsvrije voet, die destijds als oneerlijk werd beschouwd omdat hij wegens de progressie in de belastingtabellen meer voordeel (minder nadeel) bood aan mensen met hogere inkomens. Het nadeel voor emigranten is nu dat de heffingsvrije voet geen belastingvoordeel was en de heffingskorting wel. Een duur administratief verschil.
Dat het om een discriminerende maatregel gaat lijkt wel duidelijk. Nederland doet er dertig jaar over om de aftrekbaarheid van hypotheekrente af te schaffen, behalve voor emigranten; bij hen gaat het in één keer.
De VBNGB is al geruime tijd bezig met dit probleem, tot nu toe tevergeefs. De staatssecretaris antwoordde niet op een brief en de financieel woordvoerders in de Tweede Kamer zijn ook niet bijster geïnteresseerd. Kranten en tijdschriften willen er niet over publiceren. Het is waarschijnlijk te ingewikkeld.
Aangezien het hier om een wetswijziging gaat kunnen de Nationale ombudsman of een belastingrechter geen oplossing bieden. Daarvoor is een volksvertegenwoordiging nodig die luistert naar het volk.
Dag Roy,
Met grote interesse reactie gelezen. Verhelderend. Intussen benaderd door Antonietta van NIHB7StgGOED om de krachten te bundelen en een denktank te gaan vormen. Haar voorgesteld al mijn vergeefse brieven en de schamele ontwijkende antwoorden via haar de delen met strijdmakkers.
Tot later dus, denk ik.
Groet,
Wim
Yogyakarta, Indonesia
Met interesse het artikel “ loonheffing “ AOW gelezen .
Ook ik woonende in de Filippijnen , ben er sinds gisteren na veel papierwerk en dure telefoontje naar de belastingdienst er achter gekomen dat die m.i onterechte loonheffing blijft gehandhaafd.
Zover ik heb begrepen , valt er NU nog weinig tegen te doen ?
Graag indien mogelijk wat update over dit onderwerp, zover het al reeds niet is beschreven .
Dank
Beste Marinus,
Neem een kijkje op de website van onze collega’s https://vbngb.eu/.
Hier is veel te vinden over de loonheffing en wellicht kunnen zij ook ondersteuning bieden als de loonheffing onterecht wordt gehandhaafd.
Met vr gr
Het GOED Team
Heeft Zwitserland vrijstelling van de loonheffing voor AUW?
De AOW is thans nog aan Zwitserse heffing onderhevig, dus vrijstelling van loonbelasting kan in beginsel worden toegekend. Er is een nieuw belastingverdrag in behandeling, bij het Ned. Parlement, dat heffing over AOW (en bedrijfspensioenen) toekent aan Nederland> Als dat in werking is zal de mogelijkheid tot generieke vrijstelling vervallen. Zwitserland hoort wel tot de landenkring voor de kwalificerende buitenlandse belastingplicht.
WOORD VOORAF
Ik weet het: ik ben niet iemand die meehuilt met de wolven in het bos. Populisme is niet aan mij besteedt, Dat past niet binnen mijn beroepsethiek als fiscalist, gespecialiseerd in internationaal belastingrecht en sociale verzekeringen. Dat zal mij in deze discussie dan ook niet “echt” populair maken. In tegendeel zelfs! Maar als je wat wilt bereiken binnen de politiek dan zul je met een gedegen, goed onderbouwd en realistisch verhaal moeten aankomen. En daar is tot nu toe helaas, als het om belastingaangelegenheden gaat, onvoldoende sprake van geweest, waardoor resultaten achterwege zijn gebleven.
In Deel I ga ik in op de ingezonden brief en zet een aantal zaken recht die krom zijn. Daarin geef ik tevens een vluchtig kijkje in de werking van het internationaal belastingrecht en van de belastingstelsels van c.q. de belastingheffing door enkele landen over vanuit Nederland verkregen inkomsten.
In Deel II richt ik me tot de beleidsmakers binnen de Stichting GOED (en ook de SNBN en de VBNGB) met een aantal aanwijzingen en handreikingen om te komen tot een meer gerichte aanpak van de werkelijke problematiek, waar veel in het buitenland wonende Nederlanders op belastinggebied mee te maken hebben.. Daarbij valt de problematiek van het gemis van het recht op maar een gering deel van de heffingskortingen totaal in het niet, terwijl de focus tot nu toe (vrijwel volledig) daarop gericht is.
In dit deel geef ik dan ook een aantal voorzetten om te komen tot een gerichte aanpak van niet alleen de problematiek t.a.v. de heffingskortingen maar ook voor wat betreft het recht op aftrek t.z.v. persoonlijke verplichtingen in de zin van: wanneer zou je wel en wanneer zou je geen recht behoren te hebben op heffingskortingen én aftrekposten bij wonen in het buitenland.
Ik weet het: dat vraagt om een totale omslag in denken maar als je wat wilt bereiken dan is dat wel een must. Tot nu toe is succes uitgebleven. En, zoals te verwachten, geheel terecht!
Voor de leesbaarheid en de mogelijkheid om meer gericht te reageren plaats ik deel II separaat van deel I.
DEEL I – REACTIE OP DE INGEZONDEN BRIEF
INLEIDING
Een hoogst opmerkelijke ingezonden brief van een anonieme briefschrijver die zichzelf dan ook nog eens heeft benoemd tot “fiscalist” maar vervolgens geen weet heeft van hoe het door Nederland met zijn woonland gesloten Verdrag ter vermijding van dubbele belasting luidt.
Tevens verzwijgt hij hoe zijn situatie (wonend in de Filippijnen) eruit ziet. Hij betaalt over z’n vanuit Nederland afkomstige en waarschijnlijk voor een groot deel fiscaal gefaciliteerd inkomen geen peso aan inkomstenbelasting in de Filippijnen daar hij daarvan is vrijgesteld. Vervolgens keert het heffingsrecht niet terug naar Naderland. M.a.w.: als gepensioneerde buitenlander leeft hij in de Filippijnen in een waar belastingparadijs!
En maar klagen over z’n in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting (zonder recht op enkel het belastingdeel van de heffingskortingen) over slechts een (gering) deel van z’n inkomen. Typisch Nederlands!
En als hij, net als ik, in Nederland zou wonen, wat zou dan het recht voor hem zijn op heffingskortingen? Mogelijk NIHIL, zoals ook bij mij het geval is. En dat betreft dan zowel het belasting- als het premiedeel. We zijn per slot van rekening “collega’s”!
Bedenk voorst dat z’n AOW-uitkering voor 40% wordt gefinancierd uit de algemene middelen, d.w.z. “belastingen”, waar hij, zoals reeds gezegd, zelf, ondanks de hoogte van z’n draagkracht en ondanks het verlies van het belastingdeel van de heffingskortingen, nauwelijks iets aan bijdraagt. Dat moet door de rest van “belasting betalend Nederland” maar worden opgebracht. Er is dus alle reden om te klagen! De vraag is alleen: “Door wie?”. Z’n AOW-uitkering wordt in ieder geval daardoor niet gekort!
Ondanks de voor de Filippijnen geldende woonlandfactor van 0,4 mag hij z’n AOW-uitkering nl. ook nog eens voor 100% exporteren naar de Filippijnen daar Nederland en de Filippijnen daartoe een verdrag hebben gesloten (het zgn. “Handhavingsverdrag”). Veel in het buitenland wonende Nederlanders zullen zich de vingers hierbij aflikken!
BELASTINGHEFFING OVER DE AOW-, WAO- OF WIA-UITKERING BIJ WONEN IN DE FILIPPIJNEN
In de ingezonden brief lees ik:
“De Filipijnen is een verdragsland en in dat verdrag staat ONOMSTOTELIJK vast, dat loonbelasting op sociale verzekeringsuitkeringen, waaronder AOW, aan het bronland wordt toegewezen.” Helaas is dat pure onzin van een zelf benoemde “fiscalist”.
In het door Nederland met de Filippijnen gesloten Verdrag ter vermijding van dubbele belasting wordt met geen woord gerept over sociale zekerheidsuitkeringen, w.o. een AOW- ,WAO- of een WIA-uitkering. Tevens ontbreekt een zgn. “restartikel”, waarin dan de bepaling is opgenomen, dat niet in het Verdrag met name genoemde inkomsten, belast mogen worden in het bronland, dan wel (en dat komt het meest voor) in het woonland. Deze situatie kom je ook tegen in de met Thailand, Pakistan en Sri Lanka gesloten Verdragen.
Bij het ontbreken van een verdragsbepaling is voor Nederland de nationale wet van toepassing. Dat betekent dat Nederland als bronland de AOW-. WAO- of WIA-uitkering belast.
Maar wat geldt voor Nederland geldt al evenzeer voor de Filippijnen. Ook de Filippijnen mag als woonland belasting heffen over deze uitkeringen, ook al zijn ze verkregen van over de grens. Je geniet immers geen verdragsbescherming, aangevend welk land bevoegd is om te heffen en welk land daarvoor vrijstelling of vermindering verleent. Dat de Filippijnen dat vervolgens niet doet en waarom niet, is een ander verhaal. Daar kom ik nog op terug.
De opmerking in de ingezonden brief dat belastingheffing over de AOW-uitkering door Nederland “onomstotelijk” berust op het door Nederland met de Filippijnen gesloten Verdrag is een blunder, welke een nota bene in de Filippijnen wonende “fiscalist” niet mag overkomen!
DE HEFFINGSKORTINGEN
Vervolgens lees ik:
“Wel belasting afdragen maar fiscale faciliteiten worden ons ontnomen. Ik noem dit discriminatoir.”
Nederland heeft het recht om te mogen heffen over zijn fiscaal gefaciliteerd privaatpensioen en/of lijfrente-uitkering niet teruggenomen. Ik neem aan dat dit dan ook slaat op het ingaande 1 januari 2015 voor veel in het buitenland wonende Nederlanders verliezen van het recht op enkel het belastingdeel van de heffingskortingen. Dit laatste is dus al weer een tijdje geleden terwijl er nu pas veel ophef over ontstaat omdat veel in het buitenland wonende Nederlanders door geblunder van de SVB met hun AOW-uitkering daar per 1 januari 2019 voor het eerst mee werden geconfronteerd. Zij hebben dus vier jaar t.o.v. veel andere in het buitenland wonende Nederlanders met eveneens een AOW-uitkering een belastingvoordeel genoten. Dit verschil in behandeling is op geen enkele manier te rechtvaardigen.
Alhoewel naast de wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 ook de Wet loonbelasting 1964 ingaande 1 januari 2015 op het punt van de heffingskortingen bij wonen in het buitenland is gewijzigd en zonder overgangsbepaling, bleef de SVB in een groot aantal gevallen en zonder dat men daarom had verzocht, doorgaan met het toepassen van de heffingskortingen bij buitenlandse belastingplichtigen. In veel gevallen werd dit door de Belastingdienst achteraf gecorrigeerd, nl. bij het doen van aangifte of als gevolg van controle. Maar ook veel Nederlanders die geen recht meer hadden op heffingskortingen terwijl de SVB die wel toepaste, zijn de dans ontsprongen. Daardoor ontstond er een massale tweedeling binnen de groep van niet-kwalificerende belastingplichtigen in:
• de groep van Nederlanders waar door de SVB de heffingskortingen niet werden toegepast of later door de Belastingdienst werd gecorrigeerd;
• de groep van Nederlanders waar door de SVB wel de heffingskortingen werden toegepast, terwijl dit later niet d.m.v. het doen van aangifte of na controle door de Belastingdienst werd gecorrigeerd.
Om aan deze ongewenste ongelijke behandeling van twee groepen in het buitenland wonende Nederlanders een halt toe te roepen is de Regering gekomen met aanvullende wetgeving, inhoudende dat uitkeringsinstanties (w.o. ook de SVB) bij wonen in het buitenland in geen enkel geval meer de heffingskortingen mogen toepassen op de loonbelasting. Deze wetswijziging is op 1 januari 2019 ingegaan.
Ik ben blij dat aan deze tweedeling binnen de in het buitenland wonende Nederlanders door aanvullende wetgeving ingaande 1 januari 2019 een einde is gekomen. En dat hier aanvullende wetgeving voor nodig was mag met name de SVB zich aanrekenen!
Overigens verbaas ik mij erover dat voor de schrijver van de ingezonden brief, als een in de Filippijnen wonende gepensioneerde fiscalist (want daar meen ik toch van te kunnen uitgaan), de heffingskortingen zouden zijn “afgepakt”. Dat betekent nl. dat hij voor 2015 koos voor behandeling als binnenlands belastingplichtige en daardoor recht had op o.a. het belastingdeel van de heffingskortingen. Met een redelijk in het buitenland te belasten privaatpensioen en/of lijfrente-uitkering en waar je bij een fiscalist van mag uitgaan, woog het recht op heffingskortingen al vrij snel niet meer op tegen het progressievoorbehoud voor de berekening van de Nederlandse inkomstenbelasting. Mogelijk heeft hij zichzelf enorm tekort gedaan door destijds te kiezen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Hij zou binnen mijn belastingadviespraktijk niet de eerste zijn!
INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT
Binnen het internationaal belastingrecht geldt in het algemeen de opvatting dat primair het woonland “fiscale faciliteiten” via haar regelgeving dient te verlenen en dat ook vaak veelvuldig en in ruime mate doet. Pas wanneer daar geen of onvoldoende sprake van is of kan zijn als gevolg van maar een beperkt heffingsrecht van de zijde van het woonland, dan is het de beurt aan het bronland (al dan niet met toepassing van de pro rata regeling). Ik heb klanten in de VS, Curaçao, vele EU-landen, tot in Thailand (zo rond de 50), de Filippijnen (zo rond de 35), Indonesië en Japan. Veel van deze landen hebben een belastingstelsel wat vergelijkbaar is met dat van Nederland van voor 2001. D.w.z.: men hanteert een belastingvrije som met veel en dikwijls hoge vrijstellingen en aftrekposten. Nederland heeft daarvoor ingaande 2001 min of meer in de plaats gesteld heffingskortingen en toeslagen.
THAILAND
Thailand bijv. kent een aftrekpost van 50% van het jaarinkomen met een maximum van 100.000 THB, vaste bedragen per belastingplichtige van 60.000 THB, een “spouse allowance” (zonder eigen inkomen) van eveneens 60.000 THB, een vast bedrag van 30.000 THB per inwonend, studerend of invalide kind, idem per inwonende ouder, 190.000 THB bij 65 jaar of ouder of invalide, aftrekposten t.z.v. betaalde “health and insurance premiums”, donaties t.z.v. het onderhoud van de Koninklijke paleizen en tuinen, enz., enz.
Van wat er vervolgens overblijft aan belastbaar inkomen geldt voor de eerste schijf van 150.000 THB een percentage van 0%. Dat kun je beschouwen als de belastingvrije som (naast de talloze vrijstellingen en aftrekposten). En hiermee overtreft zij het Nederlandse fiscale stelsel van voor 2001 in ruime mate!
DE FILIPPIJNEN
De Filippijnen (waar briefschrijver dus woont) maakt het nog veel bonter. Naast een scala aan vrijstellingen en aftrekposten heft zij in het geheel geen belasting van buitenlanders over inkomen waarvan de bron is gelegen buiten de Filippijnen. Wat dat betreft woont hij als gepensioneerde buitenlander in een waar belastingparadijs! Lees maar eens wat de fiscale wetgeving van de Filippijnen daarover te zeggen heeft:
“NATIONAL INTERNAL REVENUE CODE OF 1997
CHAPTER I – DEFINITIONS – SEC. 22. Definitions. – When used in this Title:
(F) The term ‘resident alien’ means an individual whose residence is within the Philippines and who is not a citizen thereof.
CHAPTER II – GENERAL PRINCIPLES – SEC. 23. General Principles of Income Taxation in the Philippines. – Except when otherwise provided in this Code:
(D) An alien individual, whether a resident or not of the Philippines, is taxable only on income derived from sources within the Philippines;”
CONCLUSIE:
• Bij wonen in Thailand maakt men volledig gebruik van de talloze vrijstellingen, aftrekposten en de belastingvrije som, op een manier welke op z’n minst te vergelijken is met het Nederlandse stelsel van voor 2001;
• Bij wonen in de Filippijnen betaal je al helemaal geen inkomstenbelasting over je vanuit Nederland afkomstige en daar grotendeels fiscaal gefaciliteerd inkomen. Vervolgens keert het heffingsrecht t.a.v. particuliere pensioenen en/of lijfrente-uitkeringen niet terug naar Nederland.
• In beide landen heeft Nederland slechts een beperkt heffingsrecht. Wat zou vervolgens een reden kunnen zijn om heffingskortingen ook weer van toepassing te verklaren, zoals zij golden voor 2015? Van twee walletjes willen eten? D.w.z.: volop profiteren van het fiscale voordelen van het woonland (wat dikwijls te vergelijken is met het Nederlandse stelsel van voor 2001, dus met o.a. een belastingvrije som, maar zonder heffingskortingen) en waarbij het niet uitmaakt of je ook nog in Nederland te belasten inkomen geniet, met daarnaast nog eens voor een deel van het huidige Nederlandse fiscale stelsel (zoals dit luidt vanaf 2001 en dus met heffingskortingen, welke dienden ter vervanging van de belastingvrije som).
• Daar komt bij dat het gedeelte van het uit Nederland afkomstige inkomen en waar Nederland over mag heffen dikwijls van geringe omvang is in vergelijking met het totaal c.q. het wereldinkomen.
• De thans geschetste situatie betreft niet alleen Thailand maar tal van landen, terwijl de geschetste situatie voor wat betreft de Filippijnen (zijn woonland) zelfs uitzonderlijk is!
• Een zwak punt hierin en wat aandacht verdient is het feit dat zowel Nederland als Thailand inkomstenbelasting mogen heffen over sociale zekerheidsuitkeringen, zoals de AOW-, WAO- en WIA-uitkering en dat vervolgens ook doen. Daar kom ik nog op terug.
INDONESIË
Geheel anders ligt dit bij wonen in bijv. Indonesië (om in Z.O.-Azië te blijven en waar ik ook klanten heb). Ingevolge het door Nederland met Indonesië gesloten Verdrag ter vermijding van dubbele belasting is Nederland heffingsbevoegd t.z.v. publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke pensioenen (art. 20, lid 1, resp. art. 19, lid 2. van het Verdrag) en AOW-, WAO- en WIA-uitkeringen (art. 19, lid 2, van het Verdrag). Alsdan zou een beperkt recht op heffingskortingen op z’n plaats zijn. Beperkt in die zin, dat het uiteraard louter gaat om het belastingdeel van de heffingskortingen en met een gelijke afbouw van de heffingskortingen, als ook geldt bij wonen in Nederland en dan berekend op basis van het wereldinkomen. Dan blijft er in veel gevallen maar verdraaid weinig over aan te verrekenen heffingskortingen.
Daar Nederland in feite het enige heffende land is zou je. naast het recht op heffingskortingen, tevens recht behoren te hebben op aftrek t.z.v. persoonlijke verplichtingen, waardoor je gelijk behandeld wordt als een binnenlandse belastingplichtige!
Deze situatie zou niet alleen het geval behoren te zijn bij wonen in Indonesië maar voor tal van landen. In deel II besteed ik hier meer aandacht aan.
VAKKENNISSEN (FISCALISTEN)
Vervolgens lees ik:
“Ik heb een aantal van mijn vakkennissen (fiscalisten) hierover benaderd. Men noemt dit discriminatie …en terecht, echter de overheid ziet dit als geoorloofde discriminatie.”
Het lijkt me dat hij hiermee en met wat nog volgt in deel II voldoende stof heeft om z’n “vakkennissen (fiscalisten)” van betere informatie te voorzien. En mocht er al sprake zijn van discriminatie (zoals zij stellen) dan kennen ze naar ik aanneem de weg naar de Bestuursrechter. Ik denk echter dat ze de boot hebben gemist t.a.v. het volgen van de jurisprudentie op dit punt. En dat mogen ze zichzelf als “fiscalisten” zwaar aanrekenen. Wat er dan nog overblijft van “vakkennissen (fiscalisten)” kan hij gemakkelijk zelf invullen. Dat geldt trouwens ook voor hemzelf
Al met al een slechte beurt van een fiscalist en z’n “vakkennissen (fiscalisten)”.
Ik zou ze dan ook liever willen kwalificeren als “keukentafel-fiscalisten”, waarbij het mij opvalt dat niemand hier doorheen heeft weten te prikken.
Lammert de Haan, fiscalist (gespecialiseerd in internationaal belastingrecht en sociale verzekeringen).
Hallo, ben blij verrast met u proffessionele instelling. ik zou graag u hulp willen inroepen om mij te helpen bij het verkrijgen van een vrijstelling van loonbelasting voor mijn Vopak pensioen en later mijn aow. ik ga per 1 mei 2020 met pensioen, mij geboortedatum 31 maart 1956. Oktober 2022 is mijn pensioengerechtigde leeftijd. Ik woon in de Filippijnen. Hoop snel iets te horen
Beste Paulus,
Ik zit in een vergelijkbare situatie en zou graag in contact met u komen om wat kennis uit te wisselen.
Met vriendelijke groet, Koen
DEEL II – OPMERKINGEN C.Q. AANWIJZIGINGEN VOOR STICHTING GOED (EN OOK DE SNBN EN DE VBNGB)
VOORAF
Enkele dagen geleden ontving ik het “Jaaroverzicht 2019” van de Stichting GOED. Het viel mij op dat daarin geen enkele keer het woord “belasting” voor komt. Dat lijkt mij een merkwaardige en zelfs hoogst bedenkelijke zaak!
Betrek bij onderstaande opmerkingen c.q. aanwijzigen tevens het gestelde in deel I.
KIES HET JUISTE DOEL EN DE JUISTE DOELGROEP
Door te kiezen voor een massale terugkeer naar een mogelijk recht op heffingskortingen zoals dit gold voor 2015 en wat tot nu toe grotendeels de inzet is geweest, schiet je je doel volledig voorbij en bereik je niets. Maak bewuste keuzen in wat en voor wie je iets wilt bereiken. Scheidt daarbij het kaf van het koren!
Richt je daarbij met name op die groep Nederlanders, waarvan het inkomen (voor het grootste deel) in Nederland belast is, zoals bijv. en zoals ik in deel I reeds aangaf, het geval is bij wonen in Indonesië. Hetzelfde geldt overigens voor veel meer landen: van A (Algerije) tot Z (Zuid-Afrika). Zij kunnen immers niet profiteren van de fiscale faciliteiten van hun woonland. Een inventarisatie van deze landen is in een mum van tijd samengesteld!
Denk hierbij bijv. ook aan de grote groep in het buitenland wonende Nederlanders met een overheidspensioen (zulks naast hun AOW-uitkering). Ook hun vanuit Nederland afkomstige inkomen is in de meeste gevallen volledig in Nederland belast.
Daarnaast dient zich bijv. aan de grote groep buitenlandse belastingplichtigen met vrijwel) enkel een in Nederland belaste AOW-, WAO- of WIA-uitkering.
Ook dit alles kun je gemakkelijk vangen in de eerder genoemde inventarisatie.
Nederland heeft met een kleine 100 landen een Verdrag ter vermijding van dubbele belasting gesloten. Woon jij buiten deze “landenkring” dan heb je pech: Nederland belast als bronland jouw uit Nederland afkomstige inkomen en je woonland doet meestal hetzelfde door dit inkomen, als onderdeel van je wereldinkomen, eveneens te belasten. Je geniet immers geen verdragsbescherming. Ook in dat geval is het alleszins redelijk dat Nederland een matigend beleid voert d.m.v. het toekennen van het recht op heffingskortingen en zelfs meer!
TE BEANTWOORDEN VRAGEN T.A.V. HET RECHT OP HEFFINGSKORTINGEN
Voortbordurend op het vorenstaande heb ik mezelf de vraag gesteld: “Wanneer zou je ook als buitenlands belastingplichtige recht behoren te hebben op heffingskortingen”. Daarmee geef ik aan van wat ik versta onder een “selectief recht op heffingskortingen.” Om deze vraag te beantwoorden schets ik onderstaand enkele situaties en geef daarop vervolgens mijn conclusies.
I. Allereerst spits ik deze vraag toe op de situatie waarbij Nederland slechts een beperkt heffingsrecht heeft.
Voor het beantwoorden van deze vraag schets ik twee situaties, nl.:
a. een binnenlandse belastingplichtige met een AOW-uitkering als alleenstaande van € 15.000 en een bedrijfspensioen van € 35.000;
b. een buitenlandse belastingplichtige met hetzelfde inkomen, waarvan de AOW-uitkering is belast in Nederland als bronstaat en het bedrijfspensioen door de woonstaat.
Ad a. De binnenlandse belastingplichtige is over zijn inkomen van € 50.000 aan enkel inkomstenbelasting verschuldigd een bedrag van € 9.270. Daarnaast heeft hij recht op het belastingdeel van de algemene heffingskorting en de alleenstaande ouderenkorting van in totaal € 440. Voor hem resteert aan te betalen dus € 8.830.
Ad b. De buitenlandse belastingplichtige is over z’n in Nederland te belasten inkomen van € 15.000 een bedrag aan inkomstenbelasting verschuldigd van € 1.350. Daarnaast is hij in zijn woonland inkomstenbelasting verschuldigd over zijn uit Nederland afkomstige en in Nederland fiscaal gefaciliteerd bedrijfspensioen van € 35.000. Voor de berekening van de aldaar verschuldigde inkomstenbelasting hanteert z’n woonland, naast een belasting vrije som, een scala aan aftrekposten en vrijstellingen, welke niet inkomensafhankelijk zijn.
Alsdan is het de vraag of de voor de binnenlandse belastingplichtige met een verschuldigd bedrag aan inkomstenbelasting van € 9.270 geldende heffingskorting van € 440 ook van toepassing zou moeten zijn voor de buitenlandse belastingplichtige met een verschuldigd bedrag aan inkomstenbelasting van € 1.350, zodat er voor hem een bedrag aan te betalen zou resteren van € 910.
Mijn antwoord op deze vraag is simpelweg: NEE. Dat zou nl. betekenen: “Het willen eten van twee walletjes” (zoals ik in deel I al aangaf)!
Een bedrag aan heffingskorting van € 440 bij een bedrag aan inkomstenbelasting van € 9.270 bij wonen in Nederland staat in geen enkele verhouding tot een gelijk bedrag aan heffingskorting bij een bedrag aan inkomstenbelasting van € 1.350 bij wonen in het buitenland! Dat moet toch voor iedereen begrijpelijk zijn en dus ook voor de schrijver van de ingezonden brief? Gezien de reacties op deze ingezonden brief, maar ook elders geplaatste reacties, schijnt dat echter helaas niet het geval te zijn!
II. Vervolgens benoem ik de situatie waarbij slechts Nederland heffingsbevoegd is, zoals bijvoorbeeld bij wonen in Indonesië. Daarbij hanteer ik dezelfde inkomensgegevens als vermeld onder I.
Ook nu weer is de binnenlandse belastingplichtige aan inkomstenbelasting een bedrag van € 9.270 verschuldigd en heeft hij recht op het belastingdeel van de heffingskortingen van € 440, zodat een bedrag van € 8.830 resteert aan te betalen inkomstenbelasting..
Voor de in Indonesië wonende Nederlander bedraagt het bedrag aan inkomstenbelasting eveneens € 9.270. Hij heeft echter geen recht op het belastingdeel van de heffingskortingen, waardoor zijn belastingdruk € 440 hoger is dan bij wonen in Nederland. Er is echter geen enkele rechtvaardigingsgrond te verzinnen voor dit verschil in belastingdruk en zou men, net als bij wonen in Nederland, recht behoren te hebben op heffingskortingen!
AFTREKPOSTEN
Beperk het vervolgens niet tot enkel de heffingskortingen maar betrek daarbij tevens de in Nederland geldende aftrekposten t.z.v. persoonlijke verplichtingen. Ook al kent het woonland een ruimhartig stelsel van vrijstellingen, aftrekposten en een belastingvrije som, zoals bijv. het geval is bij wonen in Thailand: als het woonland geen of nauwelijks heffingsmogelijkheden heeft dan kun je deze vrijstellingen, aftrekposten en belastingvrije som ook niet te gelde maken in je woonland. Vervolgens is het de beurt aan Nederland als (vrijwel) enig heffend land!
Betrek in dit alles ook het gemis aan aftrekmogelijkheid van alimentatieverplichtingen t.o.v. de ex-partner of verevening van pensioen bij een scheiding onder de werking van het Bon Van Loon-arrest (gescheiden na 26 november 1981 maar voor 1 mei 1995) terwijl het heffende woonland daar geen voorziening voor kent in de vorm van een vermindering van het te belasten inkomen. Alsdan is een pro rata-regeling wellicht op z’n plaats.
Mocht de ex-partner nog in Nederland wonen dan vindt er dubbele heffing plaats, nl. in het woonland over het te belasten inkomen en in Nederland over de alimentatie dan wel pensioenverrekening.
Overigens doet dit probleem van dubbele heffing zich niet voor m.b.t. Thailand. Thailand kent weliswaar geen aftrekpost t.z.v. alimentatieverplichtingen dan wel verevening van pensioen, doch zij belast enkel het buitenlands inkomen voor zover dat in het jaar van genieten daarvan ook daadwerkelijk in Thailand is ingebracht. Heb je te maken met alimentatieverplichtingen of met verevening van pensioen, dan kun je dat inkomen ook niet daadwerkelijk inbrengen in Thailand en wordt je daarover dus ook niet belast. “Wat je niet hebt kun je ook niet inbrengen.”
Al heel bont maakt Nederland het t.a.v. in het buitenland wonende Nederlanders met een in Nederland te belasten overheidspensioen en waarbij de partners zijn gescheiden onder de werking van het Bon Van Loon-arrest. Beide ex-partners moeten zelf tot verevening van het pensioen over gaan, zonder tussenkomst van de pensioenuitvoerder (het ABP), maar uiteraard met inachtneming van dit arrest, Woont de ex-partner in Nederland dan belast Nederland veelal het bruto overheidspensioen van de in het buitenland wonende Nederlander en de doorbetaling aan de ex-partner. M.a.w.: Nederland heft twee keer over een en hetzelfde inkomen. Dat is vervolgens niet te rijmen met de door Nederland met zo’n 100 landen gesloten Verdrag ter vermijding van dubbele belasting. Hier is sprake van een dubbele moraal, dan wel: elke moraal ontbreekt hier!
INVENTARISEER OOK ANDERE KNELPUNTEN
En zo zijn er nog veel meer knelpunten te benoemen, welke van veel meer belang zijn dan enkel het verlies van het recht op slechts het belastingdeel van de heffingskortingen en die in het buitenland wonende Nederlanders veel meer in de portemonnee raken dan enkel het verlies van deze heffingskortingen.
Één zo’n knelpunt heb ik reeds benoemd, nl. het heffen van dubbele belasting over sociale zekerheidsuitkeringen bij wonen in Thailand (waar zo’n 30.000 Nederlanders wonen), Pakistan en Sri Lanka. Belangenorganisaties. zoals Stichting GOED, de SNBN en de VBNGB, hebben hier tot nu toe geen aandacht aan besteed terwijl dit toch algemeen bekend moet zijn, zeker bij deze organisaties.
Ook dit is van veel meer belang dan het hele verhaal over verlies aan heffingskortingen voor veel in het buitenland wonende Nederlanders. Dit verlies valt hierbij in het niet t.o.v. de heffing van dubbele belasting over sociale zekerheidsuitkeringen bij wonen in met name Thailand.
Richt je als organisatie wat dit laatste betreft tot de Minister van Financiën om hem ertoe te bewegen om hierover in overleg te treden en afspraken te maken met z’n Thaise collega, zulks op grond van artikel 25, lid 3, tweede volzin en lid 4, van het door Nederland met Thailand gesloten Verdrag ter vermijding van dubbele belasting, luidend:
“Artikel 25. Regeling voor onderling overleg
3 De bevoegde autoriteiten van de Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst in onderlinge overeenstemming op te lossen. Zij kunnen ook met elkaar overleg plegen, ten einde dubbele belasting ongedaan te maken in gevallen waarvoor in deze Overeenkomst geen voorziening is getroffen.
4 De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen, ten einde een overeenstemming als bedoeld in de voorgaande leden te bereiken.”
Er is sprake van “dubbele belasting” omdat er “in deze Overeenkomst geen voorziening is getroffen” en dus hebben we het hier te maken met een schoolvoorbeeld voor zo’n overleg!
Momenteel is een nieuw Verdrag met Thailand in voorbereiding. De onderhandelingen moeten echter nog worden opgestart. E.e.a. zal dan ook een weg van de lange adem zijn. Een ministerieel overleg kan dan uitkomst bieden voor de tussenliggende jaren.
Overigens kan de Nederlandse Minister van Financiën ook eenzijdig besluiten om af te zien van belastingheffing over een sociale zekerheidsuitkering bij wonen in Thailand. Dit levert immers geen strijd op met het Verdrag. Dat zou dan kunnen met toepassing van het vrijstellingsbeginsel dan wel met het verrekeningsbeginsel.
VRIJSTELLING INHOUDING LOONBELASTING
Ook een knelpunt waar ik vaak tegenop loop en wat zeker de aandacht verdient van genoemde organisaties is de moeilijke en soms onbegaanbare weg die de Belastingdienst/kantoor Buitenland sedert eind november 2016 voorschrijft t.a.v. het verkrijgen van vrijstelling voor de inhouding van loonbelasting over inkomen. waarover het woonland mag heffen.
Kon men voordien met alle mogelijke middelen aantonen dat men fiscaal inwoner was van een land, vanaf eind november 2016 accepteert zij enkel:
• een recente aangifte met bijbehorende aanslag voor de inkomstenbelasting dan wel
• een recente verklaring belastingplicht woonland.
Zonder een van deze documenten wordt een verzoek om vrijstelling niet eens in behandeling genomen.
Het moet een bekend feit zijn dat veel landen hieraan niet willen meewerken wanneer een buitenlandse ingezetene wel belastingplichtig is maar er voor hem of haar, na het doen van aangifte, geen betalingsverplichting c.q. belastingschuld ontstaat. Dikwijls wordt zelfs het in ontvangst nemen van zo’n aangifte al geweigerd door de belastingautoriteit van het woonland, laat staan de afdoening daarvan!
Met deze nieuwe eis begaat de Belastingdienst/kantoor Buitenland een onrechtmatige overheidsdaad: zij gaat op de stoel van de Bestuursrechter zitten. Binnen het Bestuursrecht kennen we de leer van de vrije bewijsvoering en waarbij enkel de Bestuursrechter bepaalt wat toegelaten wordt als bewijs.
Over deze aangelegenheid heb ik momenteel 3 zaken lopen bij de Rechtbank Zeeland West-brabant, vestiging Breda. Daar er nog 100.000 zaken wachten op behandeling kan het wel even duren voordat deze beroepszaken worden behandeld.
EEN SELECTIEF RECHT OP HEFFINGSKORTINGEN EN AFTREKPOSTEN
Met dit alles bepleit ik een selectief recht op heffingskortingen en aftrekposten t.z.v. persoonlijke verplichtingen in plaats van het recht op enkel heffingskortingen in z’n totale breedte en waar de discussie zich tot nu toe voornamelijk op richt. Want dat is trekken aan een dood paard, zoals inmiddels al wel is gebleken!
Als reactie op de ingezonden brief schrijft Roy Meijnderts, bestuurslid van de VBNGB, op 23 november om 10:56 am: “De VBNGB is al geruime tijd bezig met dit probleem, tot nu toe tevergeefs”. Gelet op het vorenstaande lijkt me dat ook volstrekt logisch. Deze zaak is tot nu toe totaal verkeert benadert en voorgelegd aan “de politiek”. En waarom verwijs ik hier naar de politiek/de politieke partijen? Dat is omdat ik geen gewillig oor verwacht bij het ministerie van Financiën!
Richt je op heldere en realistische doelstellingen. Benoem daarbij de werkelijke knelpunten. En dat omvat iets meer dan het bepleiten van een algeheel recht op heffingskortingen voor alle in het buitenland wonende Nederlanders. Tot nu toe werd de discussie daarover te simplistisch gevoerd, zonder resultaat bij “politiek Nederland”, zoals de VBNGB dus ook al aangeeft. Zorg ervoor dat hier verandering in komt. Ik weet het: dat vraagt om een totale omslag in denken maar als je wat wilt bereiken dan is dat wel een must!
HET PROGRESSIEVOORBEHOUD
Voor 2015 kon men kiezen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Koos men daar voor dan had men o.a. recht op heffingskortingen. De inkomstenbelasting werd vervolgens berekend onder progressievoorbehoud. Wil men toch een (gedeeltelijke) terugkeer naar deze systematiek bepleiten, betrek daarin dan tevens de terugkeer van het keuze recht. Anders komen veel in het buitenland wonende Nederlanders met een in hun woonland te belasten particulier pensioen en/of lijfrente-uitkering (ook al woon je in een warm land) van de koude kermis thuis. (w.o. veel van mijn klanten!). Bij een totaal inkomen van zo rond de € 35.000 en waarvan zo rond de € 12.500 is belast in Nederland dan schrijf je. als gevolg van het progressievoorbehoud, al gauw rode cijfers: de heffingskortingen verdampen tegen de hogere inkomstenbelasting. Alsdan is het kunnen kiezen voor behandeling als buitenlands belastingplichtige en dus zonder recht op heffingskortingen, etc., van het grootste belang.
Een alternatief zou zijn om het zo gedaan te krijgen dat bij een (gedeeltelijke) terugkeer naar de systematiek van voor 2015 wordt afgezien van de terugkeer van het progressievoorbehoud. Ik verwacht echter dat dat veel meer voeten in de aarde zal hebben, mede gezien het op 13 december j.l. gepubliceerde Beleidsbesluit n.a.v. het EHvJ arrest X.
TOT SLOT
Aan het vraagstuk van de heffingskortingen c.a. kleven veel meer haken en ogen dan ik tot nu toe in de discussie hierover en in de reeds betrokken standpunten heb kunnen lezen. Kies het juiste doel en de juiste doelgroep. Scheidt daarbij het kaf van het koren. “Ik wil Bolletje” (bekend bij de ouderen onder ons) zal je geen stap verder helpen, dat is inmiddels al wel gebleken. Je moet nl. goed weten waarom je “Bolletje” wilt i.p.v. Turkstra Beschuit!
Ik weet het: mijn ideeën betekenen een complete breuk van het huidige stelsel van kwalificerende en niet-kwalificerende en met het al dan niet onder EU-recht vallen van buitenlandse belastingplichtigen. Maar een zichzelf respecterend land als Nederland moet toch niet willen om er eerste- en tweederangs onderdanen op na te houden? En dan maakt het voor mij niets uit dat dit op grond van vaste jurisprudentie en gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel wel is toegestaan. Naast rechtsnormen bestaat er ook nog zoiets als ethische- en fatsoensnormen!
Om met een variant op de slogan van de Belastingdienst te eindigen:
“Mooier kan ik het niet maken”
Je zou mijn bijdrage ook kunnen bestempelen als:
“Beter ten HELE gekeerd dan ten hele gedwaald”
Lammert de Haan, fiscalist (gespecialiseerd in internationaal belastingrecht en sociale verzekeringen).
@Lammert de Haan. Ik citeer U wat betreft de VBNGB:
“Als reactie op de ingezonden brief schrijft Roy Meijnderts, bestuurslid van de VBNGB, op 23 november om 10:56 am: “De VBNGB is al geruime tijd bezig met dit probleem, tot nu toe tevergeefs”. Gelet op het vorenstaande lijkt me dat ook volstrekt logisch. Deze zaak is tot nu toe totaal verkeert (sic, jdv) benadert (sic, jdv) en voorgelegd aan “de politiek”. En waarom verwijs ik hier naar de politiek/de politieke partijen? Dat is omdat ik geen gewillig oor verwacht bij het ministerie van Financiën!
Richt je op heldere en realistische doelstellingen. Benoem daarbij de werkelijke knelpunten. En dat omvat iets meer dan het bepleiten van een algeheel recht op heffingskortingen voor alle in het buitenland wonende Nederlanders. Tot nu toe werd de discussie daarover te simplistisch gevoerd, zonder resultaat bij “politiek Nederland”, zoals de VBNGB dus ook al aangeeft. Zorg ervoor dat hier verandering in komt. Ik weet het: dat vraagt om een totale omslag in denken maar als je wat wilt bereiken dan is dat wel een must!”
Mijn commentaar:
1.De VBNGB staat en stond in contact met politieke partijen langs verschillende wegen. De KBB problematiek is ook met politieke partijen besproken, in het bijzonder met Tweede Kamerleden (specialisten) van D’66, VVD, CDA, 50 PLUS. Indien van de “politiek” gesproken wordt, selecteert de VBNGB zorgvuldig de gesprekspartners. Naast ambtenaren van het Ministerie van Financiën – VBNGB ziet namelijk niet in dat knelpunten in de fiscale sfeer bij hen niet ter sprake zouden kunnen worden gebracht – en Tweede Kamerleden zijn er ook contacten met Eerste Kamerleden, leden van het Europees Parlement, en bij de Europese Commissie. En uiteraard zijn wij op de hoogte van de verschillende rollen die politici en bestuurders hebben.
2. Uw pleidooi voor realistische lobby-doelstellingen wordt gedeeld. Maar de voorstelling van zaken dat de VBNGB dat niet zou doen ter zake van de KBB problematiek is op slecht lezen gebaseerd. De VBNGB pleit niet voor onverkort toekennen van Nederlandse heffingskortingen over de gehele wereld, maar voor uitbreiding van de bestaande KBB regeling, tot alle landen. Dat is wat anders, en houdt er dus terdege rekening mee dat een buitenlands belastingplichtige voor een groot deel van het wereldinkomen aan Nederlandse en dus niet aan woonlandheffing onderhevig is wil hij fiscale voordelen van Nederland kunnen claimen, Een totale omslag in denken bij de VBNGB lijkt me dus niet nodig.
Naast de weg van het benaderen van de politiek onderhoudt de VBNGB goede contacten met deskundigen, overigens niet alleen op dit terrein uiteraard. Voorts worden proefprocedures voor VBNGB leden gevoerd bij de rechter: momenteel lopen er vier over de KBB problematiek. Zowel het onderwerp “niet kunnen overleggen van een inkomensverklaring” – en daarvoor in de plaats een beroep doen op de vrije bewijsleer om de KBB alsnog te claimen – als de interpretatie van art. 7.8. lid 8 (het vangnetartikel voor KBB) komen daarin aan de orde.
Jan de Voogd, adviseur VBNGB